Hieronder “gnomische denkvormen van de tussenmens” zijn binnenbrein en buitenbrein, waartussen hij zich bevindt of zo u wil, tussen het binnenbrein en de werkelijke werkelijkheid in.

 

*

 

Over het binnenbrein en buitenbrein.

 

Het binnenbrein is een intern gebeuren, onder de schedel, die met miljardenverbindingen een heel universum creëert, benut,  opnieuw instelt, deprogrammeert, nieuwe vormen vindt van neurale verbinden, maakt, chaotisch, verbreekt, opnieuw speelruimte maakt, en min of meer in balans is. 

Het buitenbrein reageert op externe gebeurtenissen en met deze informatie maakt het verbindingen met het binnenbrein.

Het binnenbrein en buitenbrein werken samen op elkaar in en wel zo dat er een denken ontstaat, een TUSSENMENS, ingeklemd tussen twee hoofden, een die kijkt hij naar de dingen om zich heen, en de ander naar de dingen zonder ogen in het binnenbrein; luistert naar geluiden om zich heen, en naar de geluiden zonder oren, in het binnenbrein. 

In zijn illusie benoemt de TUSSENMENS zijn gebied, afgebakend, een ik, een zelf, geest, ziel. In de literatuur zijn deze illusies van het ik overlevingswaarden, kan een tekst, boek géén enkele toegang tot het binnebrein en buitenbrein verkrijgen. Beide zijn ontoegankelijk. (Zelfs voor Freud.) In de literatuur wordt deze situatie nooit benoemt. We worden al lezend belazerd, maar er is geen andere keus dan deze illusie vol te houden. De wereld blijft een wereld van verhalen die niet kloppen, van geloof en kunst, die niet instaat is onder de schedel te kruipen. De waarheid achter de literatuur is net zo voorspelbaar als het weer: het kan dooien of vriezen.

De schrijver denkt, denkt zichzelf uit en zijn de twee breinen een nog nooit benoemde wereld in zijn boeken. Jammer. Er moet dus iets gebeuren. Hoe? Dat weet ik nog niet. Lees verder hieronder.

 

Hier een voorstel: Tussenmens - de betekenis volgens Nieuwe Woorden Netwerk (ensie.nl)

 

*

 

Wat is het niets.

 

Wat zou het “binnenbrein” voor een filosoof als Heidegger kunnen betekenen als hij nog geleefd had. Dit: Heidegger ziet een ontologisch onderscheid tussen ‘zijnden’ (seienden), alles wat bestaat, en het Zijn zelf (das Sein), dat niet ‘iets’ is. Het heeft geen concrete eigenschappen maar is, zoals zijn filosofische voorganger Hegel al wist, het meest algemene begrip, iets wat alles heeft maar dat zelf niet-iets is. Maar ook Schotse Verlichter David Hume filosoof, die regelmatige associaties in onze geest zag - lees binnenbrein- en geen keiharde oorzaak en gevolg in de buitenwereld; de werkelijke werkelijkheid moest nog geboren worden, de wereld van de feiten, en trouwens ook geen ‘ego’ ergens van binnen zag, dan uit het niets tevoorschijn schietende taal die de grenzen opzoekt van de syntaxis. Er is geen taal in het binnenbrein, nog in de werkelijke werkelijkheid, zij is in het hoofd van de ‘tussenmens’ die ingeklemd zit tussen binnenbrein en de werkelijke werkelijkheid, die met een onverwoestbare ik - die niet bestaat- niets weet, omdat hij, de mens, niet alles weet. Het NIETS is, is HET, het alles wat het niet is, dan zingende neuronen die hun eigen lied zingen en de mens er een deuntje bij verzint. Dat deuntje is taal, beleving van het niets, altijd het niets. Waar moet ik heen als ik niet weet waar ik ben, zong John Lennon. Het niets is eeuwig niets en geeft de mens de kans om er alles van te maken, om te overleven tussen zijn binnenbrein en de werkelijke werkelijkheid.

 

*

 

De filosoof Schiller was als “tussenmens” gevoelig voor de toekomst die hij nog niet helemaal begreep.
Als je kunt zeggen wat je binnenbrein te vertellen heeft, dan hoef hét niet meer. Hier een voorbeeld:

 
Warum kann der lebendige Geist dem Geist nicht erscheinen?
 
Spricht die Seele, so spricht, ach! die Seele nicht mehr.
 
 
*
 

 

Kellendonk schrijver en woordkunstenaar schreef: Zo beleef ik althans het feit dat de mens een onaangepast schepsel is en dat er tussen zijn binnenwereld en de buitenwereld zonder ophouden een strijd woedt die diepe ellende voortbrengt, maar ook wonderbaarlijke kunst.

Soms zijn kunstenaars dicht in de buurt van een nieuw mensbeeld. Er had ook kunnen staan: Zo beleef ik althans het feit dat de mens een onaangepast schepsel is en dat er tussen zijn binnenbrein en de buitenbrein, tussen binnenbrein en de beleefde werkelijkheid, zonder ophouden een strijd woedt die diepe ellende voortbrengt, maar ook wonderbaarlijke kunst.Kunst die liegt, bedrog is en schoonheid tegelijk.


*

Kunstenaars denken dat zij hun innerlijk, het naar binnentoe reizen, wat er in het binnenbrein gebeurt, in het lichaam gebeurt, kunnen beschrijven, het slechts leugens oplevert en het kunstenaarsbestaan een circus is van belevingen die van grote schoonheid zijn, volslagen mislukt zijn, de wereld er onophoudelijk mee wordt confronteert, museums voor zijn opgericht in het welslagen van een grote mislukking die als troost, als verzachting, onophoudelijk het binnenbrein treitert, die als GOD de kunstenaar een spiegel voor houdt. Wie er inkijkt ziet zijn mislukkingen. Tekst uit het verhaal De Kolonel van Robert Kruzdlo. Ongepubliceerd.

 

I'm a creep. I'm a wierdo

What the hell am I doing here?I don't belong herr.

Radiohead, Creep'(1993)

 

Precies. Punt. Uit. Leeg en eenzaam.

 

Robert Kruzdlo 2001 Maastricht

 

*

 

De schrijver Harrie Mulisch denkt dat hij het lichaam kent van de ander of droomt van haar inwendigheid. Ziet hij dit of beleeft hij dit. Enkel beleving!?

 

 

WAT ZIEN WIJ HIER PRECIES?

 

Het licht, is een elektromagnetische straling die wij kunnen zien, maar niet de kleinste atoomdeeltjes waarmee licht is opgebouwd. Licht gedraagt zich óók als een golf volgens de kwantummechanica. Er zijn twee dingen: licht zien en tegelijk zien we níet het kleinste. Wat we zien is eigenlijk het verdwijnen van de werkelijkheid of de werkelijke werkelijkheid.

Wij beleven enkel iets en dat is hét.

Door de belevingen, die je allerlei manieren kunt benoemen, van iets maken we contact met anderen. Lichamelijk en geestelijk. Kwantummechanica is ook de mens met een binnenbrein die correspondeert met de werkelijkheid om ons heen dat is opgebouwd uit kwantummechanica.

We moeten het doen met 2 breinen die één zijn. Niet verwonderlijk dat we met het brein zeggen: ik, zelf, geest enzovoorts en tegelijk van het binnenbrein niets weten dan dat het, in psychologische zin, toe maar, onbewustzijn is.

Wij zijn op de kleinste schaal gemaakt, met de kleinste ondeelbare hoeveelheid van een grootheid, fysisch, neurologisch, biologisch en met een heelal waarin elke seconden miljarden stroomstootjes flitsen, die in interactie aangaan met de buitenwereld.

Toch is het vreemd dat wij helaas niets komen te weten wie of wat we precies in dit binnenbrein zijn. Totaal onmachtig benoemen we het met allerlei betekenissen, schrijven romans over en beelden het uit in kunstwerken.

Tussen het binnenbrein en de werkelijke werkelijkheid in zit het bewustzijn, de tussenmens, en die de vraag, wat is het binnenbrein precies nooit kan beantwoorden. Dat is vreemd. Onwetend zijn wij een flipperkast tussen het binnenbrein en de werkelijke werkelijkheid in.

Vraag: Wat is dan een kunstenaar?

De processie, die gister door Jerez de la Frontera Spanje trok - zie de onderstaande foto - was eigenlijk ook een processie van het kwantummechanica? Ja, óók. 

Is geloof in een God kwantummechanica?

Is een kunstenaar wel de uitbeelder van het binnenbrein of vertaler van de werkelijke werkelijkheid?

Ik vermoed van niet. Het binnenbrein blijft voor de kunstenaar leeg. Maar dankzij de beleving die géén feiten zijn, beelden wij ons heel veel in. Dat doet de kwantummechanica, het binnenbrein voor ons.

 

Robert Kruzdlo 2024

 

*

 

Er is veel lachwekkends.

 

Literatuur zit tussen het binnenbrein en de werkelijke werkelijkheid in. Als schrijver flipper je heen en weer. Je zit er tussenin en spiegeld de wereld om je heen. Tussen de eisen van de zingende neuronen en de eisen van de feiten in. Wij begrijpen de literatuur verkeerd. Hieronder boodschappen van wat ik denk, is er over nagedacht, wat we voelen, beleven, enkel chaotisch is en wat wij zijn is totaal onduidelijk. We verdienen het niet eens om te schamen voor de chaos die wij gekozen hebben. We zitten met een doel die de wereld vernietigt en stel dat we begrijpen wat het binnenbrein en de werkelijke werkelijkheid is, begrijpen we dan? We weten niet waar we zijn, we weten niet alles, we weten niets. Het is een groot trauma van angst, vrees en hysterie. Als we wakker zijn dromen we met de ogen en oren die in ons binnenbrein de reuzen van de angst zijn.

 

Robert Kruzdlo Main USA 2017

 

*

 

 

Het binnenbrein van een bidsprinkhaan.

 

Het binnenbrein is het diepst verborgene, meest weerloze, allerwezenlijkste en onvergankelijkste in onszelf waar wij geen toegang toe hebben. Het is Godswaardig, en, bij hem binnenkomen kun je niet. Zelfs niet aankloppen. Kafkaiaans. Wij staan voor zijn onbeschrijfelijke aangezicht gereduceerd tot ons eigen beschrijflijk talig smoelwerk, gearticuleerde onzin in proza en poëzie, schilderkunst en muziek, en al het andere handwerken. Maar het is onze enige hoop toegang te krijgen tot de enige toegang die voor ons bestemd is: het binnenbrein. Ik spreek door de stof, de neurotaal die onhoorbaar is. Het is hopeloos om er verder iets anders van te maken. Literatuur? Schrijvers zijn niet bij machten hun broodheren te vertellen dat het anders moet. Nieuwe literatuur? Ja waarom niet. Neuronliteratuur? Ja waarom niet. Of je schrijft voor je lezers of je schrijft wat ze nog nooit gelezen hebben. Dit laatste is al mogelijk. Ik denk dat je als ‘tussenmens’ die met en tussen twee breinen in leeft, jou en jou, zich met zich, altijd evenwichtig, in meervoud, een uitdaging voor de literatuur. Hoe… Dat zal ik later uitleggen.

Hoe de bidsprinkhaan zonder deze gedachten kan zijn is duidelijk: hij is de beeldhouwer alleen van het binnenbrein en heeft geen besef dat er een denkende wereld om hem heen is. Denk ik nú. 

 

2001 Spanje Robert Kruzdlo

 

*

 

 

Robert Kruzdlo schrijver kunstenaar Amsterdam 1976

 

 

Het verlangen terug te keren naar het binnenbrein.

Kunstenaars zijn tussenmensen. Ze kennen de positie mits het echte kunstenaars zijn. Er zijn genoeg voorbeelden. Als Tussenmens heb je weinig aan een ik, zelf of ziel. Je weet waar het spul vandaan komt. Hier een voorbeeld.

Camus, Mondovi, Frans-Algerije, 7 november 1913Villeblevin, 4 januari 1960 schrijver en filosoof. Maar dat verlangen naar een onbewust bestaan veel dieper. Het is het verlangen van een geest die het liefst louter lichaam zou willen zijn: ‘De lichamelijke liefde is voor mij altijd verbonden geweest met een onweerstaanbaar gevoel van onschuld en vreugde. Ik kan in euforie beminnen, niet in tranen.’

 

 


Albert Camus tussen mensen op het strand.

Robert Kruzdlo 2024 Spanje.

Wat is een TUSSENMENS

 

‘Tussenmens’, is een metafoor voor de bestaanswijze van de vrije kunstenaar. Zijn positie bevindt zich tussen het brein en de werkelijkheid, werkelijke werkelijkheid het gebied waarin hij de wereld schept en maakt, zijn speelsels. 

Door de toegenomen feitelijke kennis van het brein en de (werkelijke) werkelijkheid wordt de gespleten wisselwerking tussen brein en omgeving, duidelijker en pijnlijk zichtbaar. Hij alleen, kan als tussenmens dit gebied aanschouwen en níet beredeneren. Zijn onbevangen tussenpositie, zijn aandacht voor de werking van het brein en de invloeden van de (werkelijke) werkelijkheid maken de beschouwende vrije kunstenaar, verantwoordelijk voor zijn existentie.

Zowel het kunstonderwijs als de wetenschappen hebben tot nu toe deze nieuwe positie, de bestaanswijze van de vrije kunstenaar als de tussenmens niet onderzocht. De tussenmens heeft in deze positie geen enkele maatschappelijke rol. ‘Tussenmens’, dit existentiële bestaan, zou een aanvulling voor het kunstonderwijs kunnen worden.


Auteur: Robert Kruzdlo 2020

 

 

uit het ondoorgrondelijk brein

uit de raadselachtige stilte

- zonder bewustzijn -

welt plotseling een schrille

kreet 'n heldere klank die uit

de mond

ongehinderd van oor naar oor

wil

de klank dat vlees geworden het

ik

jij

mij

hij

 

 

Gedicht: Het ontstaan van de geest of bewustzijn. Robert Kruzdlo 2009.

 

 

 

To catch a glimpse.

 

Als ik geen ogen in mijn binnenhoofd heb hoe is het dan mogelijk dat ik, in mijn droom, frisse groene rucola zie.

 

Soms vang ik, in een korte verschijning en zonder dat ik dat wil,  een glimp van mijn ander zelf op. Ik ben dan even niet die ik was of nu ben. Ik ben even de ander en niet de ander die mij maakt: Nooit. Vreemd niet? 

 

De existentie is een puur chemische en neuraal-elektrische werking van mijn brein. Het kiezen wie ik ben is onmogelijk. Ik denk dat ik niet ben wie ik ben en ook nooit zal worden wie ik ben; ik ben een derivaat van mijn hersenwerkingen. Er valt niets aan te doen. 

 

Ik, hoe kom ik van die ik er af? Ik verlang de ander te zijn. Soms vang ik een glimp op van mijn brein die zonder het ik zijn werk doet. Het maakt mij blij. Het ik is er even niet.

 

Vannacht droomde ik over groenten. Ik zag de kleur groen in allerlei schakeringen. Er hing een uithangbordje bij: groeten. Vooral de groente rucola was prominent aanwezig. In de droom vroeg ik: als je geen ogen in je kop hebt hoe is het dan mogelijk dat ik frisse groene rucola zie. Een antwoord kreeg ik niet en dat voelt als een liefdeloos gemis. Een gemis dat zich alleen afspeelt in mijn hoofd. En wie ben ik om daar met een pincet in te roeren en te zoeken. Het brein kan zonder ik en de vragen die ik stel al helemaal.

 

Die rucola en de glimp van mijzelf is dat chemisch? Van die vraag lig ik niet wakker van. De wereld om mij heen, de beelden, emoties, gevoelens en het verstandelijk gebruik daarvan is allemaal een chemisch neuraal proces. Dank u, zeg ik tegen mijn brein. Dat ik als kunstenaar de natuur dankbaar ben, want…, ik kan vanuit dit standpunt beide kanten aanschouwen. 

 

In mij, in mijn brein moet een autodidactische “schrijver” zitten, een kunstenaar en ik mag het exploiteren omdat ik tussen brein en de werkelijkheid insta. Ik ben een TUSSENMENS. 

 

Mijn verlangen gaat dan ook uit naar de boekenschrijvers: literatuur zou hierover moeten gaan. Een boek slecht of goed geschreven maak niets uit. Dat de meeste mensen liever alleen goede en slechte boeken met al zijn bekende talige ingrediënten en syntaxissen willen lezen, zonder enige afwijking, zeg veel. Echte literatuur wil dit niet. Literatuur is een brein zonder ik waarin eens schrijvertje zit die ik nooit word.

 

Voorbeeld: “De handeling van dit verhaal zal ertoe leiden dat ik ‘transformeer in een ander’ en uiteindelijk materialiseer in een object. Ja, en misschien bereik ik de blokfluit waar ik me als een soepele liaan omheen zal winden”, schreef Clarice Lispector.

 

Vrijheid is aanvaarden dat het ik, het bestaan niet logisch is, maar chemisch. Het brein functioneert zonder ik veel beter. Dat komt omdat het brein zichzelf niet kan observeren. Het brein is natuur tussen de natuur: het binnen en buiten. Bloed, tranen, zweet, sex, honger en nog veel meer. 

 

In de literatuur zou die IK als een abject persoon duidelijk naar voren moeten komen. Hoe weet ik niet precies? 

 

Of zoals Sartre zegt: Het ik is een dingetje van het brein.

 

@robertkruzdlo april 2021

 

 

Lees in dit boek meer over E.T.A. Hoffmann

 

 

Jurist, componist en schrijver E.T.A. Hoffmann (Koningsbergen, 24 januari 1776 – Berlijn, 25 juni 1822) was een Tussenmens. Beethoven ook, al hebben zij het woord Tussenmens nooit gebruikt. Wel maken zij aanspraak op de metafoor Tussenmens.

Hoffmann, vond dat je je niet moet laten leiden door geestdrift en afstand moet nemen van jezelf, om tot een goed kunstwerk te komen. Hij ontwikkelde die gedachte aan de hand van Beethoven: Beethoven ‘scheidt zijn ik van het innerlijke rijk - rk. Binnenbrein - van de klanken en gebiedt daarover als heer en meester. De instrumentale muziek. De afgescheiden ik is het buiten in het binnen. (Binnenbrein en buitenbrein of de twee hoofden.)

Beethoven heeft dus twee hoofden: een ‘binnenhoofd’ waar de zingende neuronen huishouden en een ‘buitenhoofd’ die met de werkelijkheid communiceert. De werkelijkheid om hem heen, de werkelijke werkelijkheid, de wetenschappelijke feitelijke wereld, is op dat moment niet van belang. Beethoven: De afscheidende ik is buiten in het binnen. Die plaats noem ik Tussenmens. Weg van het binnenbrein, staand voor een werkelijke werkelijkheid, waarmee je je niet versmelt - wat weten wij van de werkelijke werkelijkheid? - beleef je je creativiteit. De verbeeldingskracht. Immers wat weten wij van on binnenbrein? Het is zelfbehoud dat je niet kan versmelten met het binnenbrein en de werkelijke werkelijkheid. De plaats van de Tussenmens.

Je moet, volgens Beethoven, je teweer stellen tegen de wereld en het neuronmuziekale binnenbrein. ‘Het gaat om de balans “ertussen”. Zonder de ik, want die staat niet open voor beide werelden, De ontzieling van de Tussenmens, de ikloze, is instaat de mooiste ikloze muziek te maken. De eisen van beide kanten, binnenbrein en de werkelijke werkelijkheid, wordt in balans gebracht als tussenmens. (Vanaf nu kleine letter.) Hij zoekt balans, biologische balans tussen twee ikloze werelden. Het binnenbrein en het buitenbrein. (De werkelijke werkelijkheid, de wetenschap, de feiten.) Pas als je dit bewust bent kan er wat gebeurt in het binnenbrein en de werkelijke werkelijkheid - vanbinnen en vanbuiten – er gezien, hoorbaar, leesbaar, je plaats als tussenmens betekenis krijgen. Als je de kracht, het bewustzijn als tussenmens mist, kun je je werk niet voltooien.

Dit is wat er met A.T.E Hoffmann is gebeurt. En natuurlijk vele kunstenaars na hem. De huidige literatuur is mislukt en de kunsten zijn hooguit gereedschapskisten die het ‘ertussen’ niet bewust zijn. Het is voor de kunstenaar onontbeerlijk om in het reine te komen: De ene kunstenaar gaat ten onder in het binnenbrein, de ander in de werkelijke werkelijkheid. Alleen de tussenmens dreigt niet ten onder te gaan in de woeste golvende zee van emoties. Hij heeft een wanverhouding met zijn binnenbrein en zijn buitenbrein. De tussenmens is in balans.

Beethoven zag bijna wat er precies aan de hand was. Hoffmann miste de informatie van Beethoven op een haar na. Hoffmans composities betekenende niets, die van Beethoven wel.

In het binnenbrein zijn er alleen maar zingende neuronen, er is daar niemand. Het is de bron van de creativiteit. In de werkelijke werkelijkheid zijn er alleen maar feiten. De ikloos tussenmens is de nieuwe kunstenaar die van beide kanten niets weet, begrijpt dan dat hij maakt. Kunst.

De lezer moet nu zelf op onderzoek gaan.

 

Juni 2024 Jerez de la Frontera Spanje.

E.T.A. Hoffmaan beschrijft zijn buitenbrein, tekent het lichaam dat het binnenbrein niet kan onthullen.

 

 

 

 

Schrijver Fernando Pessoa kwam elke dag in café Martinho de Arcada Lisabon Portugal. Hij dronk zich daar dood. Niemand had het door. Hij publiceerde weinig maar, de Portugese schrijver dichter en schrijver was een van de betekenisvolle schrijver van de twintigste eeuw.

 

Pessoa in Lissabon.

 

 

Fernando António Nogueira Pessoa is een van de belangrijkste dichters in de Portugese literatuur.

 

Fernando António Nogueira Pessoa (Lissabon, 13 juni 1888 - aldaar, 30 november 1935) zoekt naar een verklaring voor zijn dichterlijke heteroniemen. Het zijn een soort nevenbreinen. Geen pseudoniemen! Een verklaring kan zijn, zo schrijft hij, dat hij zichzelf ziet als hystero-neurasthenicus, maar dan van ‘organische afkomst.’ En dat is wat mij interesseert als kunstenaar. Pessoa, schrijft: ‘De kunstenaar, dichter weet dat hij geen identiteit heeft. Hij maakt zich los van zichzelf, zijn ik, om mooie verzen te schrijven.’ Je kunt maar beter niet bewust zijn van je ik. Daar groeit nooit iets moois uit. Drank helpt.

Kende Pessoa het geploeter van E.T.A. Hoffmann en de Ludwig van Beethovens theorie over het binnen- en het buitenbrein?

 

Pessoa in café Martinho de Arcada Lissabon Portugal

 

 

Antony and the Johnsons

 

'Oh I'm scared of the middle place between life and nowhere.'

 

 

 

Uit het boek KERMIS

 

De natuur, een oerang-oetan wint het van de mens. Hij knijpt de strot van een mens, een wilde uit Borneo dicht.

 

(…)

Alsof de droefheid mijn evenwicht verstoort, zweef ik door een kortsluiting in mijn hersenen en tuimel over de randen van een denkbeeldige ravijn. Ik herinner me in repetitie wat de vrouw, die haar neus dichtkneep, zei: ‘Je stinkt, drek ben je.’ Vooral natuurlijk, denk ik nu, is haar inschatting dat ik nog een puber — vast en zeker een jongmens van de kermis, een zigeuner met vuile nagels en een ongewassen kop die te dicht bij haar in de buurt kwam: ongepast is? Ik, altijd maar die ik, heb het goed gehoord: ‘Drek ben je’. Ja natuurlijk. Door de droefheid kan ik het niet echt tot mij laten doordringen, boosheid voel ik niet, maar pas nu vergewis ik me en vanaf nu weet ik, dat ik drek ben, want iets in mijn hoofd, in mijn brein zegt haar na: Je stinkt, drek ben je. Welk mens kan nu drek zijn? Ik, een zigeuner ben misschien, maar drek!? Crapuul misschien? Uit mijn evenwicht ben ik en nu begint mijn bed rond te tollen. Ik houd mij vast aan de randen van het bed en doe mijn ogen dicht. Tuimel ik uit bed? Ik wil alleen maar slapen. Slapen, veel slapen. Ik val niet om van dit soort mensen, maar wel zweef ik. In een verstoord evenwicht val ik in een diepe slaap. 

En droom dat ik een tussenmens ben.

 

Boek KERMIS van de schrijver Robert Kruzdlo komt hopelijk in 2022 uit bij..., uitgever is nog niet bekent.

@robertkruzdlo maart 2021

 

 

Literatuur krom of recht wordt niet door alle schrijvers geschreven

 

(...) Schrijven, dat kunnen de meesten, maar literatuur schrijven? Voor alles heb je een gereedschapskist nodig. Heb je die niet? Lees door, na een tijdje weet ik wat ik bedoel: Je volgt een cursus creative writing, houd je strikt aan de regels en je levert het manuscript in. Waarom zou ik mezelf dwingen om op die manier te schrijven? Ben je jong, gender, zojuist uit de kast gekomen, een blauwe maandag bewusteloos geweest omdat je agressieve moeder een pan spaghetti boven papa’s krant leeg kieperde; vader een dweil van een man is en de adolescent uit een huis vol crisissen vlucht. Als het maar schokkend is. Of neem het geloof dat je onderdrukt en niemand meer goed kan doen; je hormonen slikt omdat je een tussenmens bent, ex-vluchteling, een nymfomane moeder hebt, pedofiele ouders, buiten je moedertaal een andere taal hebt geleerd, kortom als je maar trauma’s hebt opgelopen, de gebeurtenissen het bloed onder je nagels halen, door elkaar geschud. Trauma’s en nog eens trauma’s. 

 

Uit Literatuur is geen boek van Jesus Alvaro Distantio 1932

 

@robertkruzdlo januari 2021.

Maak jouw eigen website met JouwWeb